Uw radioclub gaat u helpen

Om maar direct met de deur in huis te vallen: je hebt een vergunning nodig voor het bezit en bediening van een radioamateur zendstation en je moet slagen in een examen om deze vergunning te bekomen, maar … je staat er niet alleen voor om te slagen in dat  examen; in jouw radioclub zal men er alles aan doen om u te helpen via  lessen en de andere leden staan altijd klaar met hun steun en om u een antwoord te geven op uw vragen. Radioamateurs komen niet alleen uit een groep van technisch geschoolden, maar komen uit alle lagen van de bevolking; naar schatting zijn er drie (???) miljoen radioamateurs over de hele wereld dus waarom zou jij er niet kunnen bijzijn!

De bedoeling van deze tekst is u de nodige basisinformatie te geven zodat je een juist idee hebt wat dat allemaal inhoudt.

Examens en vergunningen

In België is de regelgevende instantie voor de radiovergunningen het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie of het BIPT; zij bepalen de voorwaarden  voor de vergunningen en organiseren de examens .

Meer info: https://www.bipt.be/consumenten/radioamateurs

Er zijn drie types van examens (deze gaan altijd over een deel reglementering en een deel techniek ), de beginners, de novicen en de gevorderden:

  • De instapproef voor beginners: Dit is het C-examen dat toegang geeft tot het “basis bedieningscertificaat”; dit is het eenvoudigste examen en absoluut een haalbare kaart voor iedereen. Om aan dit examen toegelaten te worden volg je eerst enkele lessen in jouw radioclub bij voorkeur en dien je te slagen voor een praktische proef. De leden van jouw club zullen u hierbij zeker helpen.
  • Er is een tussenliggende stap voor de z.g. novice waarvan de moeilijkheid tussen de beginners en de gevorderden ligt: Het B-examen dat toegang geeft tot het “novice bedieningscertificaat” .
  • Voor de gevorderden is er het A-examen dat toegang geeft tot het “HAREC bedieningscertificaat”.

Deze drie examens hebben  dus een stijgende moeilijkheidsgraad zowel qua technische kennis als reglementering. Meestal begint men men het instap  C-examen en gaat men vandaar naar het A-examen. Het novice examen wordt minder gebruikt.

Meer info: https://www.bipt.be/consumenten/faq/welk-examen-kan-ik-afleggen-zijn-er-verschillende-examens

Wat zijn de mogelijkheden van de vergunningen ?

Hoe hoger het examen hoe meer mogelijkheden er zijn qua  toegelaten frequenties en vermogen. We kunnen daar onmiddellijk aan toevoegen dat het basis certificaat al heel veel mogelijkheden heeft. De belangrijkste frequentiebanden zowel op de HF/kortegolfband als de VHF/UHF banden zijn toegelaten met een redelijk vermogen. Het is dus zeker geen nutteloos examen en de moeite waard om zo te beginnen! Het gebruik van zelfbouwapparatuur is hier echter niet toegelaten bij ditbasis-certificaat.

Het volledige document kan je hier vinden :

https://www.bipt.be/consumenten/publicatie/besluit-van-24-mei-2019-betreffende-de-frequenties-vermogens-en-transmissiemodi-die-mogen-worden-gebruikt-door-de-radioamateurs

De volledige vereisten van het examen vind je hier :

https://www.bipt.be/consumenten/publicatie/raadpleging-betreffende-de-tests-en-examens-voor-radioamateurs

Is dit een dure hobby ?

Aan elke hobby kan je zoveel geld uitgeven als je wil. De grootste fout die je kan maken is altijd te dromen van het duurste en beste maar de eenvoudige zaken die voor iedereen bereikbaar zijn niet te benutten. Met deze eenvoudige tips kan je met een beperkt budget al heel mooie resultaten bereiken! Alle vermelde prijzen zijn ter informatie om u een idee van grootteorde te geven.

  • Luisteren op de frequenties is de basis voor een goede radioamateur . Je leert de frequenties kennen en hun eigenschappen (de z.g. propagatie van de radiogolven). De eenvoudigste vorm van het luisteramateurisme is gebruik te maken van een z.g. WEB-SDR: Gebruik een PC, tablet of smartphone en ga naar een website waar zo een web-sdr staat. Een web-sdr is een digitale radio die je kan bedienen via de website. Via deze site kan je gratis en voor niets luisteren naar heel wat radioamateur- frequentiebanden in alle gangbare modes of modulaties. Een eigen antenne is dan ook niet nodig.
    Enkele voorbeelden:

Websdr Maasbree : https://websdr-maasbree.jouwweb.nl/

Websdr ON5HB : http://heppen.be:8091/

Of geef de zoekopdracht “websdr” in Google voor nog veel meer station’s! Klik gerust en luister naar de wereld van de radioamateurs.

  • Luisteren met een eigen SDR toestel (software defined radio ). Klinkt misschien ingewikkeld maar dat is het niet en zeker al niet duur: een sdr radio komt in twee vormen:
    • de sdr met USB interface: dit is een apparaatje dat je aansluit op de USB poort van de PC. Op de PC wordt er software geplaatst waarmee je de sdr radio bedient. Dit is de goedkoopste oplossing (beginnend +/- 50€). Niet alle deze apparaatjes  hebben een volledig frequentiebereik. Soms moet je er een extra “up convertor” bij installeren. Voor deze ontvangers  is ook een antenne nodig (zie verder).
    • de standalone SDR radio: iets duurder ( 100-200€) maar heeft het voordeel om autonoom te kunnen gebruikt worden zonder PC en vereist eveneens een  antenne. Voorbeelden zijn :
      • ATS20
      • Belka DX
      • Malachite radio: oorspronkelijk een Russisch ontwerp maar er zijn veel klonen verkrijgbaar die werken met de open-source software  en deze zijn zeker OK voor veel luisterplezier.

Zoek gerust verder op het internet voor extra mogelijkheden en onthou dat het luisteren naar de radioamateurs u veel gaat leren en veel plezier geven (geen vergunning vereist!).

Mijn eerste zendapparatuur

Als de vergunning binnen is kan je op zoek naar zendapparatuur en deze is uiteraard duurder , maar ook hier bestaan er instap-oplossingen. Staar u niet blind op een foto van een oudere radioamateur met rekken vol toestellen; vergeet niet dat die vaak jaren heeft gespaard om deze toestellen bij elkaar te krijgen! Iedereen is begonnen met eenvoudige en betaalbare apparatuur.

Eerst een overzichtje van de meest gebruikte frequenties voor de beginner. Grofweg kan men de gebruikte frequenties onderverdelen in twee groepen:

  • Lokaal verkeer: de toegelaten frequentiebanden VHF (2 meter band 144Mhz-146 Mhz) en UHF (70cm band / 430 Mhz-440Mhz); gangbare afstanden zijn 50 tot 100km ; langeafstandsverkeer (1000km) zijn onder bepaalde condities soms mogelijk. Voor de beginner zijn toestellen toegelaten met een vermogen tot 50Watt. Er zijn ook heel veel relaisstations (z.g. repeaters) die het verkeer over langere afstand mogelijk maken, zeker als je mobiel (met de wagen) of portabel werkt.
  • Langeafstandsverkeer (z.g. DX-verkeer): Hier worden de frequenties gebruikt van de kortegolf. Zowel lokaal verkeer als wereldwijde verbindingen zijn mogelijk. De toegelaten frequentiebanden zijn onder andere:
    • 80m band (3,500-3,800 MHz): veel lokaal verkeer (paar honderd km) maar soms ook langeafstands/DX verkeer
    • 40m band (7,000-7,200 MHz): middellange verbindingen 500-1000 km maar soms ook DX
    • 20 m band (14,000-14,350 MHz): lange afstand (paar duizend km ) en vaak DX
    • 15m band (21,000-21,450 MHz): DX band bij uitstek , maar deze band laat soms helemaal geen verkeer toe
    • 10m band (28,000-29,700 MHz) : onregelmatige band en vaak gesloten maar als de band open is zijn enorm mooie verbindingen mogelijk…
    • 6m band, 4m band,

De propagatie op deze banden verschilt volgens het seizoen, het tijdstip van de dag en de zonne-cyclus. Het kennen en gebruiken  van deze propagatie is de basis om  met succes radioverbindingen te maken .

Veel radioamateurs beginnen met VHF/UHF apparatuur (de z.g. 2-meter en 70cm band). Deze is absoluut niet duur (nieuwprijs +-150€/250€  ) maar vaak moet er dan een externe voeding voorzien worden. Ook kan een draagbaar toestel een mooie instap-oplossing zijn (nieuwprijs 30€/150€ ) al dan niet in combinatie met een externe antenne. Deze hebben wel minder vermogen (+-5 Watt). Er bestaat nog goedkopere oplossingen zoals de Chinese BAOFENG maar deze toestellen staan omwille van technische kwaliteit ter discussie. Meestal gaat het om niet-gecertificeerde toestellen die in België niet gebruikt mogen worden.

Als je een externe voeding nodig hebt zorg dan dat deze van goede  kwaliteit is. Gebrui geen goedkope producten want die zijn soms zo slecht ontstoord dat ze uw radioverkeer ernstig storen.

Kortegolf (HF 3-30Mhz) apparatuur is duurder. De beginnende radioamateur mag een HF-toestel in bezit hebben van 100 W (de meeste toestellen kunnen dat vermogen leveren) , maar mogen op dit toestel maar 25 Watt gebruiken. Zo’n toestel kan dus, als je later de Harec vergunning haalt, nog perfect gebruikt worden.

Om zo goedkoop mogelijk te starten kan je 2de hands apparatuur overwegen. Dit is een prima oplossing voor zover dat het toestel uiteraard op de essentiële punten in een 100% werkende toestand is. Vaak worden er zulke toestellen binnen de club aangeboden, en dan weet je van wie je het koopt  .

Onthou dat Google en Youtube uw vrienden zijn: ga op zoek naar info over het toestel dat je wil kopen en ga ook eens op zoek naar verborgen gebreken van het toestel: bij sommige oudere apparatuur kunnen componenten verouderen en kunnen, bv electrolytische condensatoren die gaan lekken; tegen dat je een fout merkt is er al veel – soms onherstelbare schade – aangericht. Apparaten die dateren van de eind-tachtiger jaren met de eerste SMD-miniatuur componenten hebben soms een kwalijke reputatie op dat vlak! Het herstellen van dat soort fouten is weggelegd voor techniekers die overweg kunnen met smd componenten.

De prijsrange van de 2de hands apparatuur varieert maar reken op zo’n 300 á 600 €. Kijk eens op de site van https://www.2dehands.be/l/telecommunicatie/ . Daar zijn er veel aanbiedingen.

Basis commerciële toestellen: de belangrijkste merken (Yaesu, Icom, Kenwood) hebben basis-toestellen in hun gamma en daar is niets verkeerd mee: extra opties kosten geld! Reken op zo’n 800 € en je hebt een toestel met alle basis functies. Sommige van deze toestellen zijn portabel en hebben dus ook een extra voeding nodig en dat betekent extra kosten !

Standaard commerciële toestellen: Als uw budget iets ruimer is dan je voor zo een toestel kiezen: reken daar op zo’n 1.200 /1.500 € . Zulke toestellen zijn een investering voor vele jaren van gebruik .

Gecombineerde HF/VHF/UHF toestellen: in plaats van twee aparte toestellen (VHF/UHF en HF ) is er dan maar één toestel; de prijs is  duurder (1500/1600€) maar is een goede optie voor iemand met bv. minder plaats .

Antennes

Over dit onderwerp zijn er ganse boeken geschreven en het is niet de bedoeling om hier een volledig overzicht te geven van alle mogelijkheden. Het is de bedoeling om oplossingen te bekijken die met een minimale inspanning en een haalbaar prijskaartje  kunnen gebruikt worden .

Hier moeten we opnieuw een onderscheid maken tussen de HF ( 3-30Mhz) en VHF/UHF (144 Mhz & 463 Mhz) antennes. De algemene regel is dat antennes voor lagere frequenties (de korte golf of HF) , langer en groter zijn dan die voor de hogere ( VHF/UHF) frequenties.

VHF/UHF antennes zijn vrij klein. Je kan ze gemakkelijk kwijt maar probeer ze zo hoog mogelijk en zo vrij mogelijk te plaatsen; een zolder ( zonder metaal of metaalfolie ) kan ook. Er bestaan reeds eenvoudige modellen van rond de 50/60€ dus binnen de mogelijkheden van iedereen, maar vergeet ook de zelfbouw niet  !

Voor HF banden liggen de zaken iets moeilijker door de grotere afmetingen; hier kunnen we direct verwijzen naar een goedkope en zeer  goede antenne: de draadantenne: een stuk koperdraad van de juiste lengte, een paar isolatoren, een coax-kabel en je kan al heel mooie resultaten behalen.

Commerciële draadantennes zijn te koop voor rond de  50 tot 100€ .

Wil je alleen ontvangen of luisteren  dan is de antenne niet zo kritisch: met een draad van 10m lang met eventueel een impedantie aanpassing (een z.g. 9:1 impedantie transformator) kan je al uren luisterplezier geven. Kan je een langere antenne plaatsen dan moet je dat zeker doen.

Zendtantennes moeten echter aan extra voorwaarden voldoen om bv het vermogen van de zender te kunnen verwerken. Vaak zijn deze antennes ook veel langer. Onthou dat hoe lager de gebruikte frequentie is, hoe langer de golflengte en hoe groter/langer de antenne wordt . De golflengte (meer bepaald de helft daarvan) bepaalt de praktische lengte/grootte van de antenne. Dat betekent dat kortegolf antennes wel wat ruimte nodig hebben:

  • 80m: halve golf = 40m
  • 40m: halve golf = 20m
  • 20 m: halve golf = 10m
  • 15m: halve golf = 7,5m
  • 10m: halve golf = 5m

Er bestaan technieken om antennes te verkorten dus als je minder ruimte hebt … geen paniek , er zijn oplossingen mogelijk! Onthou echter dat full-size antennes de beste optie zijn, maar als het niet anders kan zijn verkorte antennes zeker een optie en deze kunnen ook heel mooie resultaten geven .

De z.g. EFHW End Fed Half Wave draadantenne is een leuke instap-antenne en wordt op het uiteinde gevoed (via een impedantietransformator) wat de opstelling  soms eenvoudiger maakt. Deze antenne is eventueel zelf te bouwen (zelfs de impedantietransformator kan je zelf maken) en daarenboven is deze antenne van nature te gebruiken op meerdere HF frequentiebanden, dus één antenne=meerdere banden. Een commerciële uitvoering heb je al voor  zo’n 100€.

Een evenwaardige variant is de WINDOM draadantenne; deze antenne is eveneens multiband maar het voedingspunt van de coax ligt niet op het uiteinde maar op ongeveer 1/3 van de lengte. Voor sommigen maakt dat de plaatsing gemakkelijker.

Een andere goedkope mogelijkheid is de dipool draad antenne. Deze is van nature geen multiband-antenne maar deze oplossing kan eveneens gebruikt worden voor meerdere  banden in de z.g. FAN dipool uitvoering. Deze antennes worden in het midden gevoed .

Veel van deze antennes vind je soms in een z.g. verkorte uitvoering voor mensen met minder plaats , maar als je de ruimte hebt ga voor full size .

Voor mensen met weinig ruimte is de verticale antenne (de z.g. kwartgolf antenne) een goede oplossing. Meestal worden die gebruikt voor de hogere HF banden (20 tot 10m / lengte antenne rond de 5m ). Deze antennes kunnen op de grond worden geplaatst (maar wel met een redelijk groot aantal grond-radialen) of in de hoogte (met beperkt aantal  radialen) die ook als spandraden kunnen gebruikt worden. Commercieel zit je hier rond de 300€ maar ook duurdere uitvoering bestaan.

Er bestaan ook verticale antennes die geen radialen nodig hebben, maar over de resultaten zijn de meningen verdeeld .

Als je echt verticaal wil gaan zonder radialen, met maximale kwaliteit moet je gebruik maken van een EFHW draad die verticaal wordt geplaatst (met een glasvezelmast of vishengel) . Die moet enigszins op een hoogte worden geplaatst en een veel gebruikte lengte is 10 m. Veel hoger wordt moeilijk en daardoor is deze antenne alleen geschikt voor de hogere HF -frequenties (20 meter band en hoger).

Voor de verticale commerciële antennes wordt er vaak geadverteerd dat deze antennes geschikt zijn voor alle frequenties (80 tot 10 m). Dit moet met een korrel zout worden genomen: de lagere frequentie band (80m) is vaak problematisch, de 40 m band meestal redelijk en alleen de hogere banden (20m en hoger) voldoen.

Coaxkabel

De coax kabel verbindt de zender/ontvanger met de antenne. Een goede coaxkabel geeft de minste verzwakking bij de hoogste frequenties. Voor onze apparatuur wordt meestal gebruik gemaakt van 50 Ohm kabel. Voor luister-toepassingen speelt de kwaliteit minder rol, maar bij het zenden moet er gebruik gemaakt worden van een kwaliteitskabel, zoniet worden de signalen te veel verzwakt of gaat er te veel vermogen verloren in de kabel. Voor korte afstanden (5m) kan het goedkope type RG58 ( ongeveer 1€ per meter), maar gebruik liever tenminste de RG213 ( 2,5€ per meter ) of nog betere types. Natuurlijk hangt hier een prijskaartje aan vast, maar bespaar niet op de kwaliteit van de kabel! Het zou zonde zijn om het rendement van uw installatie  teniet te doen door een gebrekkige kabel.

Eindversterkers

Een eindversterker, die het vermogen verhogen tot 500 à 1000 Watt kost handenvol geld, 1000€ sommige zelfs 3 à 4000 €.

Om kort te zijn: voor het basis certificaat (maximaal vermogen 25 Watt) en de novice (100Watt maximaal ) is een eindversterker niet toegelaten en eigenlijk zijn zulke grote vermogens  voor de Harec niet nodig om mooie verbindingen te maken; 100 Watt is het meest gebruikt in toestellen voor HF. Maar zelfs met 25 W kan je de wereld rond verbindingen maken met een goede antenne en een goede modulatie.

Extra toestellen

Een z.g. swr-meetbrug (staande golf meetbrug) mag niet ontbreken. Dit toestel meet de correcte aanpassing van de antenne aan de zender. Mocht er een fout zitten in de antenne dan ontstaat er een misaanpassing tussen de zender en de antenne kan dit een defect veroorzaken in de zender, wat we best vermijden. Een model voor alle frequentiebanden (HF en VHF/UHF) kost rond de 100€ à 150€. Deze toestellen zijn meestal een combinatie van een swr-brug en een vermogen meter.

Bij veel toestellen is een SWR brug ingebouwd in het toestel zelf , dan heb je uiteraard geen extern toestel nodig.

Een antenne tuner is ook een nuttig instrument dat vooral gebruikt wordt voor de HF frequenties. Dit toestel wordt gebruikt om een eventuele misaanpassing van de antenne te compenseren en er voor te zorgen dat de zender correct kan werken zonder defect te raken. Voor vermogens rond de 100 W kost dit rond de 150 à 200 €. Hoe hoger het vermogen hoe duurder het toestel. Vaak is ook een SWR brug/vermogenmeter  ingebouwd in de antenne tuner.

Een dummy load: dit is eigenlijk in wezen alleen een weerstand die i.p.v. de antenne op de zender wordt aangesloten om testen te doen zonder dat er radiostraling wordt uitgestuurd. Dit wordt zeker aangeraden. De kostprijs ligt rond de 50€. Het vermogen van de dummy load moet in overeenstemming zijn met het vermogen van de zender.

Hopelijk heb je met deze tekst de nodige basis-informatie gekregen. Zit je nog met vragen? Kom zeker eens langs op onze vergadermomenten. De clubleden staan u graag bij met raad en daad!